• ‘Wanneer spelen we uit pap?’ hoor ik vanaf het zitje achter op mijn fiets. Ik rijd rechtdoor de Splinterlaan in en laat de vraag even bezinken. Het is zaterdag 19 juni net na tienen in de ochtend. Leiderdorp ligt er rustig bij. Via de Steenbakkerslaan laat ik de afslag naar trampolinepark Trix aan mijn linkerhand liggen. Gelukkig hoef ik ook niet naar de Kia-dealer voor een reparatie of vervanging van een lampje. De wind waait verkoelend uit het zuiden vandaag. De bedwelmende warmte heeft Leiderdorp inmiddels verlaten. Af en toe valt er een druppel regen op mijn gezicht. ‘We spelen niet uit, alleen maar thuis de komende weken,’ vertel ik rustig terwijl ik doortrap op het fietspad aan de Gallaslaan. ‘Maar … wel tegen een andere club dan RCL’.

     

    We mogen vandaag voetballen tegen Stompwijk ’92. U bent vast wel eens (net iets te hard) over de N206 langs dit mooie dorpje gereden omdat u noodzakelijkerwijs in het pittoreske Zoetermeer moest zijn. Het Nationaal Videogame Museum of de roemruchtige Skihal staan immers bij velen hoog op het to-do-lijstje. Toch doet u Stompwijk tekort door uw blik alleen op Zoetermeer te richten. We hebben het hier wel over een uniek dorpje, met slechts een paar duizend inwoners, zonder eigen postcode, met vele bruggetjes, met rustiek gelegen woningen, waarbij de ‘stomp’ waarschijnlijk verwant is aan woorden als stobbe, strubbe, stramp of stronk in de betekenis van ‘afgeknotte boom’. Om de geboden context van vandaag wat competitiever te maken is er natuurlijk ook weer een prijsvraag. Voor diegenen met enige geografische kennis een makkie. Tot welke gemeente behoort Stompwijk? A) Leidschendam-Voorburg, B) Zoetermeer, C) Voorschoten. Stuur uw antwoord in uiterlijk zondag 20 juni voor 20.00 uur.  De winnaar wordt beloond met een sticker.

     

    Sinds de flink op stoom gekomen vaccinatiecampagne kom ik elke zaterdag op de fiets. Het parkeerterrein is inmiddels omgeturnd in een overgereguleerd rood-wit lintjesparcours zonder enig avontuur. Volledig in de watten gelegd wordt u wuivend en wijzend naar een parkeerplek begeleid. ‘Begeleiden’ vind ik een term die vaker wordt gebruikt voor iets dat nauwelijks begeleiding nodig heeft. Denk aan Maitre Sergio (First Dates) die de datepartners met zware diepe stem -“ik kom jullie naar je tafel begeleiden”- de romantiek in stuurt. Voor fietsers is het echter een hele tour om vanaf de Brugwacht de stalling te bereiken. Waar is toch die begeleiding? Nadat we 43 auto’s voor laten met bestuurders met spierpijn in hun bovenarm wagen Freek en ik het er toch op. Soms moet je gewoon gaan en hoop je dat het verkeer rustig links of rechts langs je heen zal zoeven. Deze strategie werkt overigens vooral in het buitenland. Ga in drukke steden gewoon rustig oversteken, houd de pas erin, stop niet en zo kiest iedere beschaafde medegebruiker van het verkeer zonder scheldpartij zijn of haar route langs u. Bij de bocht vlak voor het parkeerterrein zie ik echter een geïrriteerde vader iets roepen naar mij wat met een g begint, terwijl hij briesend voor ons op de rem trapt.

     

    Voor het hek staan spelers van andere clubs nog wat onwennig bij elkaar. Moeders leveren meestal hun kind af. Vaders maken een praatje met elkaar. Sommige begeleiders dragen zomeroutfits, anderen hun clubshirts. Zelf draag ik mijn te warme vertrouwde zwarte katoenen RCL-broek. Het shirt was vanochtend even zoek, dus een zwart shirt met V-hals van de HEMA moet vandaag mijn trainersimago nog wat redden. Het is tijd om de arena te gaan betreden. Al snel zie ik Olivier, Cem, Bobby, invaller Lucas en Evi verschijnen. Helaas missen wij vandaag Karst en Britt, beiden gespecialiseerd in standvastigheid, aanvallend vermogen of niet te breken verdedigingskwaliteiten. Ik loop met mijn spelers het veld op zonder noemenswaardige toegangsproblematiek.  De vraag of je wel naar binnen mag is overigens langzaam aan het vervagen, zeker ook na de persconferentie van gisteren. Het zou dus zo maar kunnen dat u op 26 juni of de dagen erna nog net een laatste training of wedstrijd mag gaan zien van uw kind. AJ, altijd herkenbaar aan de grijze coupe (past goed bij het poppetje George, zonder hoedje,  bij het nostalgische spel ‘Wie Is Het?’), staat met Luuk en Benji al klaar op het veld. Benji krijgt van mij een rood-wit RCL-wedstrijdshirt. Gelukkig zijn de kleuren van dit shirt nog enigszins te vergelijken met het mooie shirt dat hij aan heeft van het Iraanse nationale team. Daar gaat het RCL-shirt gedurende de wedstrijd overheen.

     

    Het succes van de dobbelsteen van vorige week vraagt vandaag om een vervolg. Juist nu kunnen we laten zien dat de ingeslagen weg de juiste is. We mogen immers gaan aantreden tegen het mooie polderdorp net iets onder Leiden gelegen. Het zeer energieke jongensteam in wit-groen-rood tenue met COOP-sponsoring zie ik in de verte rondjes rennen, elkaar duwen en trekken en de chaos aanwakkeren die wellicht nodig is in deze wedstrijd. ‘Wat staan jullie spelers netjes in een cirkel om de trainer heen?’ zegt een door de wol geverfde Stompwijker mij met verwondering. ‘Daar zijn wij wel inmiddels mee gestopt,’ vertelt zijn aardige collega mij aan de rand van het veld. Wat verder opvalt is dat bepaalde Stompwijkers heel lang en groot zijn. Maar dat maakt niet veel uit. AJ haalt namelijk al snel de posities van de dobbelsteen aan, terwijl de spelers van de JO8-6 rustig om hem heen staan. En dan volgt het fluitsignaal. Freek op doel, Evi en Olivier in de verdediging, Luuk en Benji middenvelder en Bobby, Lucas en Cem in de aanval. Binnen drieënveertig seconden is het twee nul voor Stomwijk ‘92 (‘we moeten gewoon altijd even inkomen’ geeft Freek aan), maar dan krijgen het selecte groepje toeschouwers uit het polderdorp en de trainers een enorm spektakel te zien. De dobbelsteen rolt vloeiend over het veld, het favoriete getal vijf wordt noemenswaardig vaak gegooid, zodat vrijwel al onze spelers op hun plaats blijven staan, 2-1.  Ik strik even een veter, 2-2. Ik knipper drie keer met mijn ogen, 3-2. ‘Zal ik limonade gaan halen?’ vraagt de vader van Cem, 3-3. Ik neem een slok van mijn denkbeeldige koffie, 4-3. ‘Wakker blijven!’ roept AJ even naar de verdediging die met de rug naar het doel van tegenstander staat, 4-4. Invaller Lucas maakt hoog in de rechter bovenhoek een prachtige goal, 5-4.  Cem draait als een niet de stoppen draaimolen om zijn tegenstander en gaat tot het gaatje, 5-5.

     

    Tijd om adem te halen en tijd voor limonade. Ik zie de damp van het scorebord afkomen, terwijl de jeugdige spelers een paar liter aangelengd water met citroensmaak wegdrinken. Na deze verkwikkende korte stop wisselen we van helft. AJ blaast op de fluit en de carrousel draait verder, aanval van Stompwijk, 6-5. De 6-6 is echter al een feit na een fraaie goal van Luuk. 7-6, brengt Stompwijk al snel op voorsprong. Langzaamaan tikt de klok weg richting half twaalf, maar al snel voor de laatste wissel is het 7-7, mede ingezet door de scherpe paas van verdedigster Evi. Ik probeer een mentosballetje uit de verpakking te krijgen en ben even niet gefocust op het veld, 8-7. Achter mij stijgt de spanning bij de bezoekers, ik hoor gejuich, 8-8. De laatste minuut gaat in. We zullen het toch niet nog net uit handen gaan geven, 8-9. Maar in de allerlaatste seconden trekt de JO8-6 de score naar 9-9. 18 doelpunten in een kleine drie kwartier. Het spektakel krijgt nog een slotstuk met penalty’s. Afsluitend geven de spelers van RCL en Stompwijk ‘92 elkaar allemaal een hand of boks: ‘goed gespeeld, goed gespeeld, goed gespeeld, …’ Terwijl ik het veld afloop hoor ik deze sportieve woorden nog nagalmen in mijn hoofd.

     

    Fijn weekend,

     

    Maarten Algera